Zien van begaafdheid
Begaafden hebben een andere benadering en een passend aanbod nodig. Als kinderen/volwassenen zich gaan aanpassen kunnen zij op termijn leer-, gedrags- en/of welzijnsproblemen ontwikkelen.
Om dit voor te zijn is het van belang om de volgende kenmerken tijdig te signaleren:
opmerkzaam
sterk denkvermogen
complexe denkpatronen
taalvaardig
taakgericht
creatief
aanpassingsvermogen
sterke eigen wil
intens gevoelsleven
perfectionisme
kritisch ingesteld
rechtvaardigheidsgevoel
Herkenning en erkenning zijn in de benadering van de begaafde heel belangrijk voor het welzijn en de ontwikkeling. Voor de begaafde, opvoeder en medeopvoeder betekent dit een andere manier van kijken, andere omgang en het passend inzetten van het educatieve materiaal en/of werkgerelateerde activiteiten.
Begaafdheid wordt nog vaak eenzijdig gekoppeld aan een algeheel hoog gemeten IQ, terwijl een hoge intelligentie capaciteit geen garantie is voor uitzonderlijke prestaties. Ook kan er een discrepantie door verschillende oorzaken zichtbaar zijn binnen het intelligentieprofiel, dat kan resulteren in een verkeerde interpretatie van de behoefte en capaciteit van begaafde.
Zie Begaafdheid kijkt en denkt vanuit de behoefte van de begaafde. Deci en Ryan (2008) omschreven de drie basisbehoefte van de mens als volgt:
– verbinding/relatie
– competentie
– autonomie
Bij begaafden zijn deze behoeften vaak sterker en intenser aanwezig, zij vragen dan ook om authentiek erkend te worden en contact te hebben met ontwikkelingsgelijken. Ook het werken vanuit de zone van de naaste ontwikkeling-/talentontwikkeling is een veel gevraagde behoefte. De begaafde heeft veel behoefte aan inspraak op ontwikkelingsniveau en de zone van de naaste ontwikkeling.
Een van de bekendste begaafdheidstheorieën is die van Renzulli (1978), hij formuleerde drie kenmerken die samen dienen te komen om te spreken van begaafdheid (giftedness):
– boven gemiddelde intelligentie capaciteit
– sterk creatief denkvermogen
– sterke intrinsieke motivatie
Begaafdheid gaat volgens Tessa Kieboom (2015) vaak gepaard met een verhoogde intensiteit bij perfectionisme, rechtvaardigheidsgevoel, sensitiviteit, kritische instelling en autonomie.
Ook spelen genetische en omgevingsfactoren een grote rol in het leven van een begaafde.
Erfelijkheid is een belangrijk component voor begaafdheid. Echter begaafdheid ontwikkelt zich niet in een vacuüm. De sociale omgeving heeft een grote invloed op de ontwikkeling ervan, zowel positief als negatief. Het Meer-Factoren Model van Franz Mönks (1985) noemt de drie belangrijkste sociale omgevingen: school, peers/ontwikkelingsgelijken en gezin.
Op basis van o.a. de bovenstaande begaafdheidstheoretici helpt Zie Begaafdheid u om antwoord te kunnen krijgen op uw hulpvraag.
Lees hier meer over de verschillende wetenschappelijke onderbouwingen en modellen omtrent begaafdheid.
Wat doen wij?
Begeleiding
Didactische begeleiding
Creatieve Vorming Tekenles
Diagnostiek
Observatiepakket
Onderwijs Consultancy (PO, VO)
Training
0 reacties