Het is fijn om meer te weten te komen over de verschillende IQ-testen, eer je een keus hierin maakt.
Zo is er bijvoorbeeld een verschil in;
- leeftijdscategorie,
- verbale en/of non-verbale afname, belangrijk wanneer er sprake is van doofheid, slechthorendheid of Nederlands niet de moedertaal is.
- Geschiktheid doelgroep, wanneer afname van de test bemoeilijkt wordt door bepaalde omstandigheden.
Sommige IQ-testen hebben verschillende versies die aangeduid worden met I, II, III, IV of V. De WISC-V geeft bijvoorbeeld aan dat deze versie recenter is dan WISC-III. De IQ-testen blijven in ontwikkeling en zullen steeds ondergeschikt zijn aan veranderingen en verbeteringen. De praktijk die een IQ-test afneemt zal zelf aangeven met welke versie deze werkt.
Er zijn vele praktijken die het afnemen van intelligentieonderzoeken aanbieden. De ervaring leert dat het van essentieel belang is om een praktijk te kiezen die gespecialiseerd is in hoogbegaafdheid. Het kan namelijk een wezenlijk verschil in uitkomst betekenen.
- De normen zijn geactualiseerd
- Plaatjes van Categorieën zijn minder cultuurgevoelig
- Materialen aantrekkelijker door meer gebruik van kleur
- Moeilijkheidsopbouw verbeterd met nieuwe items
- Subtestvolgorde aangepast
- Onlangs is de WPPSI-IV door de Cotan goedgekeurd en hiermee klaar voor gebruik in de praktijk. De verouderde WPPSI-III wordt dus in de praktijken niet meer ingezet.
-
Kinderen – en zeker jonge kinderen – ontwikkelen zich sprongsgewijs. Een intelligentietest op jonge leeftijd is dan ook minder betrouwbaar dan een intelligentietest op latere leeftijd en heeft daarom een beperktere geldigheid (maximaal 1 jaar). Naast de scores op de test zijn voor een goed beeld en de interpretatie van deze scores ook de observaties tijdens het onderzoek van belang. Deze worden dan ook altijd meegenomen in het onderzoek. Hoewel minder betrouwbaar over tijd, kan middels deze test wel iets gezegd worden over het functioneren van het kind op dit moment en kunnen de ontwikkelbehoeften van het kind in kaart worden gebracht.
-
Afname: Zowel papieren als digitale afname (Ipad)
-
De RAKIT-2 is een herziening van de RAKIT, een geheel in Nederland ontwikkelde kinderintelligentietest. De testbatterij bestaat uit dezelfde 12 subtests als de vorige versie, namelijk:
- Figuur Herkennen,
- Exclusie, Geheugenspan,
- Woordbetekenis,
- Doolhoven Analogieën,
- Kwantiteit,
- Schijven,
- Namen Leren,
- Verborgen Figuren,
- Ideeënproduktie
- Vertelplaat.
-
Afname: Het instrument wordt individueel afgenomen met pen en papier.
-
Verkorte versie: 45 - 75 minuten
Deze verkorte versie kan uitsluitend gebruikt worden om een globaal plaatje vast te stellen van het cognitief functioneren van het kind.
-
Afname duur 30 - 45 minuten, een verkorte versie duurt 20 minuten.
-
Meer informatie is te vinden op de website van Pearson Clinical
-
De test is op zijn best bij een IQ van 105 tot 170, waar veel andere testen zich richten op het gemiddelde kind (IQ 85-115). En, niet onbelangrijk: de KIQT+ is hartstikke leuk om te maken!
-
Wat de KIQT+ anders maakt dan andere intelligentietesten:
- Betrouwbare meting van de intelligentie tot een IQ van 170.
- Ook geschikt voor kinderen die Nederlands als tweede taal hebben.
- Beter geschikt voor kinderen met AD(H)D, ASS, verminderd gehoor, kleurenblindheid, dyslexie, dyscalculie, faalangst, perfectionisme of moeite met tijdsdruk.
- Houdt er rekening mee dat kinderen 'te moeilijk' kunnen denken.
- Minder nadruk op capaciteiten die deels voortkomen uit opvoeding, zoals woordenschat.
-
Meer informatie over de KIQT+ is te vinden op de website van SCALIQ en in de whitepaper van SCALIQ.
-
De WISC-V kent een hele andere opbouw en ook andere schalen dan de WISC-III. Naast het totaal IQ worden er bij de WISC-V scores berekend op de primaire indexen:
-
- verbaal begrip
- visueel-ruimtelijk
- fluid reasoning
- werkgeheugen
- verwerkingssnelheid
-
Wanneer op het onderdeel "Werkgeheugen" laag gescoord wordt of lager in vergelijking met de andere onderdelen, dan kan de BCB Werkgeheugentraining wellicht een oplossing bieden.
Ook kunnen er scores worden berekend op de secundaire indexen:
-
- kwantitatief redeneren
- auditief werkgeheugen
- non verbaal
- algemene vaardigheid
- cognitieve competentie
-
Er is dus geen verbaal/performaal IQ meer en ook op subtestniveau zijn er behoorlijk wat wijzigingen.
Daarnaast kan worden gevarieerd in het aantal subtesten dat wordt afgenomen. Om het totaal IQ te berekenen zijn 7 vaste subtesten nodig. Met deze 7 subtesten kunnen ook de indexen ‘verbaal begrip’ en ‘fluide redeneren’ worden berekend. De overige subtesten zijn optioneel. Het is afhankelijk van de hulpvraag welke subtesten worden afgenomen en welke indexen berekend worden. Hierbij is het belangrijk te vermelden dat afname van meer subtesten geen invloed heeft op het totaal IQ. Afname van meer subtesten leidt dus niet tot een ander of meer betrouwbare IQ-score.
-
Afname: Een ander wezenlijk verschil is dat de WISC-V niet alleen op de traditionele manier afgenomen kan worden (pen en papier) maar ook geheel digitaal middels 2 iPads. Er blijft veel interactie tussen de onderzoeker en het kind, maar de stimulusboeken en het antwoordformulier zijn bij de digitale afname vervangen door een iPad.
-
Afnameduur: 75 minuten
-
Meer informatie over de WISC is te vinden op de website van Pearson Clinical.
-
- Analogieën - een figuur ondergaat een verandering. Op een andere figuur moet een soortgelijke verandering worden toegepast. Uit vier alternatieven wordt het juiste antwoord gekozen.
- Mozaïeken - met behulp van zes verschillende soorten vierkantjes moet een mozaïekpatroon in een kader worden nagelegd.
- Categorieën - drie plaatjes hebben een gemeenschappelijk kenmerk. Uit een reeks van vijf plaatjes moeten er twee gekozen worden die ook dat kenmerk bezitten.
- Patronen - uit een regelmatig lijnpatroon ontbreekt een stuk dat getekend moet worden.
-
- De WAIS-IV-NL is zowel op papier als digitaal (Ipad) af te nemen.
-
Meest recente versie: GIT 2 (2004)
Tarieven & Vergoeding
De tarieven voor IQ-testen kunnen verschillen per test en per praktijk, maar ga uit van minimaal enkele honderden euros tot aan 1600 euro bij een uitgebreid begaafdheidsonderzoek. Inprincipe wordt een IQ-test ook niet vergoed en zal je het uit eigen zak moeten betalen.
Het is veel geld en velen kunnen dit dan ook niet zomaar even betalen.
Is vergoeding echt niet mogelijk?
(Gedeeltelijke) vergoeding voor een intelligentieonderzoek is soms mogelijk via school, samenwerkingsverband of de gemeente onder de Jeugdwet.
-
Het is natuurlijk harstikke fijn als een IQ-test vergoed wordt, maar er kunnen ook behoorlijke nadelen aan kleven.
- Je hebt niet de vrije keuze om een praktijk naar wens uit te kiezen. Er zal gekozen moeten worden uit organisaties waar de gemeente een contract mee heeft. Een klein lichtpuntje is dat gemeentes soms bereid zijn om toch een tijdelijk maatwerkcontract aan te gaan met een praktijk die niet bij de gemeente op de lijst staat, maar waar wel jou voorkeur naar uit gaat.
- De ervaringen met jeugdconsulenten zijn wisselend. Je moet het treffen, er zitten hele fijne en betrokken consulenten bij, maar ze kunnen je ook van de regen in de drup helpen. Bepaald gedrag wat voortvloeit uit hoogbegaafd zijn, zoals frustratie, boosheid, woedeuitbarstingen, verveling school, schoolweerstand, schoolmijding, schooltrauma, kan professionals die niet bekend zijn met hoogbegaafdheid al snel doen besluiten om het in een andere hoek te zoeken. Vele ouders van hoogbegaafde kinderen die hulp hebben gezocht via de reguliere wegen, zoals de gemeente, jeugdzorg en andere grote organisaties hebben hier vaak al snel spijt van. De ervaring leert dat er een gebrek aan kennis en ervaring is omtrent hoogbegaafdheid bij deze organisaties en deze de oorzaak vaak in de opvoeding gaan zoeken, waarbij ouders onterecht op het verdachtenbankje worden geplaatst. Daarbij liggen ook misdiagnoses op de loer. Als je eenmaal in deze fuik van jeugdzorg terechtkomt dan is de ellende niet te overzien.
- Verwijzing huisarts
- Een andere mogelijkheid is een verwijzing via de huisarts. Geef bij de huisarts duidelijk aan welke problemen er ontstaan, bijvoorbeeld op het gebied van gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling en welzijn. Hiermee kan de huisarts de verwijzing onderbouwen. De aanvraag van een IQ-test kan worden meegenomen in een verwijzing, als duidelijk is dat testen nodig is om de oorzaak van de problemen te achterhalen.
- Via de gemeente en de huisarts is het dus mogelijk om (gedeeltelijke) vergoeding te realiseren mits ernaast gespecialiseerde hulp nodig is. Een aanvraag doen op basis van alleen een IQ-test is niet mogelijk.
0 reacties